Het zenuwstelsel en primaire reflexen

Om te kunnen overleven spelen zich tallozen processen zich af in het lichaam. Normaal verloopt dit zo soepel mogelijk en ga je fit en gezond door het leven. Het lichaam werkt als één geheel door twee belangrijke processen. Dit is het zenuwstelsel en het hormoonstelsel. Deze twee stelsels werken nauw met elkaar samen en ondersteunen elkaar waar nodig.

We kunnen het zenuwstelsel zien als een netwerk in het lichaam dat bestaat uit zenuwbanen ( axonen). Deze vormen de belangrijk communicatiekanalen tussen de hersenen en de rest van het lichaam.

Het mooie van dit zenuwstelsel is dat het inwendige en uitwendige prikkels waar kunnen nemen.  Deze prikkels worden geregisterd door onze zintuigen waarna er een reactie volgt in samenhang van spieren en organen in de vorm van reflexen. Het zenuwstelsel kan daarnaast ook hogere functies besturen zoals coördinatie, willekeurige activiteit, geheugen en psychische processen.

 

Primaire reflexen en het zenuwstelsel

Het lichaam kent verschillende reflexen. Ieder van deze reflexen zorgt voor de aansturing van een stukje van het zenuwstelsel. Zodra een prikkel het lichaam binnenkomt zorgt een reflex ervoor dat het zenuwstelsel in actie komt. Zo zijn er de primaire reflexen en de Posturale reflexen ( levenslange) reflexen.

In de baarmoeder worden de primaire reflexen al actief. Iedere reflex activeert een specifieke beweging die hoort bij een specifiek stukje zenuwstelsel. Dit gebeurt buiten de wil om, via het autonome stelsel.

Elke reflexmatige beweging zorgt dat zijn eigen stukje zenuwstelsel zich verder ontwikkeld. Het als maar herhalen van al deze bewegingen zorgt ervoor dat het zenuwstelsel rijpt en goed functioneert. De primaire reflexen hebben rond de leeftijd van één jaar hun werk gedaan en zijn daarna geïntegreerd naar een hoger niveau van functioneren.

Deze reflexen en vaardigheden  en hun ontwikkeling hiervan zijn onderling van elkaar afhankelijk. De ontwikkeling van je zenuwstelsel gebeurt dus stap voor stap en heeft een vaste volgorde.  Wat als deze volgorde anders verloopt of niet? Het kan zo zijn dat reflexen actief blijven en dat andere reflexen nog niet kunnen integreren. Hierdoor kan het zenuwstelsel nog niet rijp genoeg zijn om verdere vaardigheden te ontwikkelen. We kunnen hierbij denken aan onze motoriek, evenwicht, spierspanning, spierspanning, maar ook leervaardigheden en gedrag. Dit is allemaal afhankelijk van een goede integratie van de primaire reflexen.

De levenslange reflexen, ook wel posturale reflexen zijn de houdingsreflexen. Deze maken het mogelijk om rechtop te staan, te lopen, huppelen, rechtop te zitten zonder om te vallen. Deze reflexen blijven ons hele leven actief.

Functies van het zenuwstelsel

De vier belangrijke functies van het zenuwstelsel zijn:

– Inwendige weefsels en organen aansturen

– Activiteiten van organen afstemmen (hierbij kan je denken aan schrijven, samenspel van handen en hoofd)

– Het deelnemen aan de buitenwereld en overleven,

– Het coördineren van psychische functies zoals denken, leren, voelen, creatief zijn enz…

Het lichaam heeft dus overal sensoren ( zintuigen), die op veranderingen reageren zowel binnen als buiten het lichaam. Zo zorgt het zenuwstelsel dat het lichaam veilig blijft. Het mooie is dat de werking van het zenuwstelsel altijd volgens hetzelfde patroon verloopt: er komt een prikkel (sensorische input) à dat zorgt voor de verwerking à gevolg ( motorische output).

De prikkel die binnenkomt wordt vertaald naar een impuls. Deze impulsen zijn elektrische en chemische signalen, die via de zenuwen naar het centrale zenuwstelsel gestuurd wordt. Zodra er gereageerd gaat worden wordt er een impuls naar de spieren of klieren gesuurt, die zorgen voor de motorische output.

Onderverdeling zenuwstelsel:

Zenuwstelsel

Het centrale zenuwstelsel

Het centraal zenuwstelsel wordt onderverdeeld in 4 hoofdgebieden.

– de grote hersenen
– de kleine hersenen
– de hersenstam
– het ruggenmerg

De sensorische input zijn de prikkels die binnen komen en verwerkt worden in het centrale zenuwstelsel. Na ontvangst wordt bepaald hoe het lichaam hierop moet reageren. Het zenuwweefsel van het centraal zenuwstelsel kan worden verdeeld in grijze stof en witte stof. De grijze stof vinden we centraal in het ruggenmerg. Daarnaast ligt de grijze stof in een schil over de witte stof heen in de grote hersenen.

Waar bestaat de grijze stof uit?

– cellichamen van de zenuwcellen
– ongemyeliniseerde uitlopers (axonen zonder vettig laagje)
– communicatiepunten (synapsen)

Wat is de witte stof?

De witte stof bevindt zich in het binnenste van de hersenen. Het dankt zijn kleur aan de isolerende laag waarmee deze axonen zijn omgeven, de myeline. De witte stof bestaat overwegend uit gemyeliniseerde uitlopers ( vettige axonen). Het voordeel is dat de witte stof zorgt voor een snelle signaalgeleiding tussen de diverse delen van de hersenen onderling en het ruggemerg.

 

Het Perifeer zenuwstelsel

De zenuwen die niet in het centrale zenuwstelsel liggen hoeren bij het perifeer zenuwstelsel. Hieronder wordt verstaan:

– 12 paar hersenzenuwen
– 30 paar ruggenmergszenuwen

Het perifeer zenuwstelsel heeft twee belangrijke taken als:

– Ontvangen prikkels in de sensoren omzetten in signalen en transporteren naar het centraal zenuwstelsel
– Brengt informatie van de hersenen naar de spieren en klierweefsel.

De 12 hersenzenuwen staan in verbinding met de hersenen en de hersenstam.  Daarnaast verlaten de 30 paar ruggenmergszenuwen het wervelkanaal tussen de wervelbogen door en gaan uit van het ruggenmerg.

Het perifeer zenuwstelsel is verder onder te verdelen in twee delen”

– Willekeurig- of somatisch zenuwstelsel
– Automatisch – of autonoom zenuwstelsel

 

Het Somatische zenuwstelsel

Het somatische zenuwstelsel wordt ook wel animaal zenuwstelsel genoemd.  Het dient voor een bewuste waarneming, willekeurige bewegingen en integratie van opgenomen informatie. Vanuit de waarnemingsorganen als de ogen oren, neus, huid, enz. brengen de sensorische neuronen de boodschap over. Vervolgens activeren de motorische neuronen de spieren die vast zitten aan de skeletspieren. We kunnen bewust controle uitoefenen over dit deel van het zenuwstelsel. Het wordt daarom ook wel willekeurig zenuwstelsel genoemd. Door dit zenuwstelsel worden houding en beweging van het lichaam geregeld. Het wil niet zeggen dat we altijd bewust zijn van al deze processen. Denk maar aan lopen, dit is een geautomatiseerde actie, waar we vaak niet bij na hoeven te denken.  

 

Het autonome zenuwstelsel

Belangrijk om te weten is dat dit zenuwstelsel zelfstandig functioneert. Het is het onbewuste, automatische bestuurde deel van het zenuwstelsel, ook wel vegetatieve zenuwstelsel genoemd. Veel van deze belangrijke taken in het lichaam worden verricht zonder dat we hier iets van merken. Ze zijn van levensbelang. Ze reguleren o.a. de ademhaling, de hartslag, de nieren en de vertering.  Het functioneert wel zelfstandig, maar staat in nauw contact met de hersenstam en het werkt nauw samen met het hormoonstelsel en met het somatische zenuwstelsel.

De motorische zenuwen van het autonome zenuwstelsel worden aangestuurd door de hersenstam en niet door de schors van de grote hersenen. Deze zenuwen sturen glad spierweefsel rondom de organen aan. Omdat de aansturing vanuit de hersenstam gaat staat de besturing  niet onder invloed van de wil. Hier is sprake van reflexen.

De sensorische zenuwen van het autonome zenuwstelsel monitoren het inwendig milieu. Impulsen vervoerd door deze sensorische zenuwen komen niet aan in de hersenschors, maar in de hersenstam. In de hersenstam “wordt bepaald” welke acties moeten worden ondernomen en welke effectoren ( spieren of klieren) moeten worden aangestuurd. Ook dit proces van aansturen gaat buiten de wil om. Hier is ook sprake van reflexen.

Het lichaam reageert op stemmingen en emoties via het autonome zenuwstelsel. Hierbij kan je denken aan:

– Verdrietig: geen zin om te eten of juist heel veel eten.
– Als je heel gespannen bent kan je gaan hyperventileren.
– Bij bang of angst kan je hartkloppingen krijgen.
– Als je aan iets vies denkt heb je geen zin meer om te eten
– Denk je aan iets lekkers, dan kan je gaan watertanden.

Het sympathisch en het parasympathisch zenuwstelsel

Het autonome zenuwstelsel bestaat uit het sympathisch en parasympathisch zenuwstelsel dat een tegengestelde werking hebben. Ze regelen samen de werking van de organen die met de stofwisseling te maken hebben. Ook zorgen ze dat alles in je lichaam goed functioneert. Ieder orgaan heeft zowel een orthosympathische als parasympathische impulsen. De balans tussen deze twee delen van het zenuwstelsel werkt volgens het principe van de regelkring. 

Hoe wordt de regelkring in balans gehouden:

– Een zintuigcel merkt een verandering op binnen of buiten het lichaam.
– Deze wordt vertaald in impulsen die geregistreerd worden in het centrale zenuwstelsel.
– De verandering wordt in het centrale zenuwstelsel vergeleken met de norm en beoordeeld.
– Naar aanleiding hiervan worden eventueel impulsen gezonden naar de organen die moeten reageren.
– Eventueel wordt de norm aangepast.
– De terugkoppeling is enorm belangrijk! Zo wordt het evenwicht in stand gehouden.

 

Het sympathisch zenuwstelsel

Naast de wervelkolom vinden we een rij zenuwknopen ( de grensstreng) die het sympathische zenuwstelsel (orthosympatisch systeem) vormen. Daarnaast bevinden zich ook een paar zenuwknopen in de buik.

Dit stelsel reageert op gevaar en brengt het lichaam in staat van paraatheid:

– De hartslag wordt gestimuleerd.
– De bloedsuikerspiegel wordt verhoogd.
– De spieren worden aangespannen.
– De spijsvertering wordt geremd.
– De bloedvaten naar huid en verteringsorganen worden vernauwd.
– De luchtwegen worden wijder

 

Het parasympathisch zenuwstelsel

Het parasympathisch zenuwstelsel heeft een tegenovergestelde invloed dan het  sympathisch zenuwstelsel. In veilige situaties wordt het parasympathisch zenuwstelsel actief. We kunnen hierbij denken aan het rustig zitten op de bank, of lekker liggen slapen, enz… Het lichaam komt tot rust en zo tot herstel. Het verlaagt de hartslag, ademfrequentie en de glucoseconcentratie in het bloed. Maar het stimuleert juist de vertering van je voedsel en de opbouw van glycogeen. Het parasympathisch zenuwstelsel zorgt ervoor dat er meer opbouw is dan afbraak.

Het parasympathisch zenuwstelsel heeft een aantal zenuwknopen in:

– De hersenstam.
– De medulla oblongata.
– Het verlengde merg.
– Het onderste ruggenmerg.
– De zenuwen die de zenuwknopen met de organen verbinden.

Shopping Basket